Begroetingen en eenvoudige vragen stellen

In deze video leer je de belangrijkste begroetingen, en hoe je eenvoudige vragen kan stellen in het Spaans.


Wil je graag goed Spaans leren online? Lees hier meer over onze cursussen

Hoe zeg je jij of u in het Spaans

In de Spaanse taal wordt er net als in het Nederlands onderscheid gemaakt tussen het informele jij/jou en de formele vorm u.

Hier is een overzicht waar je de verschillende vormen vindt, jij/jou en de u-vorm in het enkelvoud en meervoud:

  • Enkelvoud informeel:
  • Enkelvoud formeel: usted
  • Meervoud informeel: vosotros
  • Meervoud formeel: ustedes

De afkortingen van de formele vorm van u enkelvoud en meervoud is Vd. en Vds. Het feit dat deze vormen in het Spaans worden gebruikt in de derde persoon heeft een historische achtergrond. In het verleden om de koning of koningin te mogen spreken, moest men hen aanspreken met de uitdrukking “Vuestra merced“, wat “uwe genade” betekent. Niemand mocht hen direct aanspreken, maar slechts in de derde persoon, zodat het leek alsof men tegen iemand sprak die niet fysiek in dezelfde ruimte aanwezig was. Deze uitdrukking is in de loop der tijd geëvalueerd tot het huidige usted en ustedes.

 

Hier een aantal voorbeelden hoe deze persoonlijke voornaamwoorden gebruikt kunnen worden:

  • Maria, ¿quieres tú comer? Maria, wil je eten?
  • Señora De Wit, ¿quiere usted comer? Mevrouw De Wit, wilt u eten?
  • Maria y Juan, ¿queréis vosotros comer? Maria en Pablo, willen jullie eten?
  • Señora De Wit y Señor Romero, ¿quieren ustedes comer? Mevrouw De Wit en meneer Romero, wilt u eten?

Let op: in bovenstaande zinnen zijn de voornaamwoorden gebruikt voor de duidelijkheid, en om het gebruik ervan uit te leggen. In de meeste gevallen wordt het persoonlijk voornaamwoord als onderwerp in het Spaans weggelaten omdat de uitgangen van het werkwoord al aangeven om welke persoon het gaat.

Hoe stel je jezelf voor in het Spaans

Net zoals in het Nederlands gebruik je in het Spaans om jezelf te introduceren en vragen te stellen aan iemand die je niet kent, en waarbij je dus enige afstand wil bewaren, de formele vorm. In dit geval dus “usted” (enkelvoud u) of “ustedes” (meervoud u).

Dit zijn twee voorbeelden van vragen die je formeel kan stellen:

  • ¿Cómo se llama usted? Hoe heet u?
  • ¿De dónde es usted? Waar komt u vandaan?

Als je formeel aan iemand wordt voorgesteld, kun je de volgende voorbeelden gebruiken:

¿Me permite presentarle a …? Sta mij toe … aan u te introduceren?

  • Es un gusto conocerle. Aangenaam/het doet mij plezier u te kennen
  • El gusto es mío. Het doet mij ook plezier (vrij vertaald)

 

Twee voorbeeldgesprekken van informele kennismaking:

Gesprek 1
Pilar: Buenos días, Ana, ¿qué tal estás?
Ana: Bien, gracias, ¿y tú?
Pilar: Bien.

Pilar: Goedemorgen Ana, hoe gaat het met je?
Ana: Goed, dank je. En met jou?
Pilar: Goed.

 

Gesprek 2
Juan: Hola, buenas tardes.
Peter: Hola, me llamo Peter, y tú ¿cómo te llamas?
Juan: Juan. ¿De dónde eres?
Peter: De Holanda (Países Bajos).

Juan: Hallo, goedemiddag
Peter: Hallo, ik heet Peter, en jij, hoe heet je?
Juan: Juan. Waar kom je vandaag?
Peter: Uit Nederland.

Hola, buenos días
Grammatica tip 1
Het vervoegen van het Spaanse werkwoord “llamarse” (heten) in de tegenwoordige tijd:

(yo) me llamo… Ik heet…
(tú) te llamas… Jij heet…
(él/ella/usted) se llama… Hij/zij/u heet…
(nosotros) nos llamamos… Wij heten…
(vosotros) os llamáis… Jullie heten…
(Ellos/ellas/ustedes) se llaman… Zij (u-mv) heten…
Grammatica tip 2
In het Spaans wordt er een omgekeerd vraagteken ‘¿’ aan het begin van de vragende zin gezet, zodat duidelijk is waar de vraag begint ¿Cuántos años tienes? (Hoe oud ben je?)

saludos despedas

Een aantal begroetingen in het Spaans:

  • Hola Hallo. Een algemene groet die zowel formeel als informeel gebruikt kan worden.
  • Adiós Tot ziens.
  • ¿Cómo estás? Hoe gaat het met je? (Informeel: dit zeg je normaal gesproken tegen iemand die je goed kent, of als je tegen een jonger iemand praat).
  • ¿Cómo está? Hoe gaat het met u? (Formeel: iemand die je niet kent, of een ouder iemand).
  • Muy bien, gracias Heel goed, dank je wel.
  • Buenos días Goedemorgen, goedendag (vanaf ca 4.00 – 13.00 uur).
  • Buenas tardes Goedemiddag (vanaf ca 13.00 – 20.00 uur).
  • Buenas noches Goedenavond/goedenacht (vanaf ca. 20.00 – 4.00 uur). Buenas noches kan zowel als begroeting als afscheid gebruikt worden.
  • ¿Qué tal? Hoe gaat het met je?
  • ¿Qué hay? hoe gaat het?
  • ¿Qué pasa? Wat is er aan de hand?
  • Bienvenido, bienvenida, bienvenidos, bienvenidas Welkom.
  • Bienvenido In het geval je een man welkom heet.
  • Bienvenida In het geval je een vrouw welkom heet.
  • Bienvenidas Een groep met alleen vrouwen welkom heten.
  • Bienvenidos Een groep met alleen mannen, of een gemengde groep welkom heten.

Hasta pronto. Adiós

Mocht je interesse hebben in een professionele cursus met privébegeleiding van een leraar in Spanje klik dan hier voor meer informatie.

Online cursussen Spaans

Wil je op leuke wijze Spaans leren en oefeningen doen?

Vul hieronder je naam en e-mailadres in en je kunt met 20 gratis oefening starten!

"*" geeft vereiste velden aan

FacebooktwitterpinterestlinkedinmailFacebooktwitterpinterestlinkedinmail

Ontdek de leeromgeving: Spaans leren voor beginners

Ja, ik wil Spaans leren

Cursus Spaans voor beginners

  • 8 online privélessen met gekwalificeerde leraar Spaans;
  • Inclusief toegang tot interactieve online leeromgeving;
  • Starten op ieder gewenst moment!

Nu € 297,- in plaats van € 349,-

  Ja, ik wil deze cursus boeken! Meer informatie

18 reacties op “Voorstellen en begroeten in het Spaans

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *